Juridische aspecten bij het beëindigen van je relatie
WAT ALS JE WETTELIJK SAMENWONEND BENT

Wat met de eigendommen?

 

 

Wat met de eigendommen?

Er bestaat een wettelijk vermoeden van onverdeeldheid voor samenwonenden, vergelijkbaar met dat bij het huwelijksstelsel van scheiding van goederen, wanneer een echtgenoot niet kan bewijzen dat hij alleen eigenaar van een goed is.

Tussen de samenwonenden evenals tegenover derden moeten de gemeenrechtelijke bepalingen inzake bewijsrecht worden toegepast.

Het eigendomsstatuut van de goederen die de partner bezat voor het aangaan van de wettelijke samenwoonst wijzigt niet voor zover een partner zijn exclusief eigendomsrecht kan bewijzen (art. 1478 lid 1 en 2 B.W.) en geen andersluidende overeenkomst sloot (art. 1478, lid 4 B.W.).
De inkomsten uit werk of uit eigen goederen verkregen, blijven eigen.

Het antwoord op de vraag wie eigenaar is van de goederen die tijdens de relatie worden verworven, is afhankelijk van de overeenkomst van wettelijke samenwoning, namelijk

  1. Eigen bij verwerving door een partner alleen (art. 1478, lid 1 B.W.)
  2. Onverdeeld bij verwerving door beide partners
  3. Onverdeeld indien niet kan worden bewezen door welke partner exclusief werd verworven (art. 1478, lid 2 B.W.), elke partner heeft bijgevolg recht op de helft ervan
Voor onverdeelde goederen kan bij de rechtbank van eerste aanleg op elk moment gevraagd worden uit de onverdeeldheid te treden.

terug
druk af